Even een leuk weetje. Ergens op de lagere school leerde ik dit ezelsbruggetje voor het schrijven voor de schoolkrant: Wie, wat waar, waarom, wanneer. Als deze vragen/antwoorden in je verhaaltje zijn verwerkt, is alles duidelijk. Het wordt ook wel de 5 W’s genoemd, met soms 2 H’s voor hoe en hoeveel.
Een handig ezelsbruggetje dat mij nog steeds van pas komt. Ik gebruik het voor scriptschrijven, bloggen en bij interviews. Ik leer het leerlingen bij vlog-workshops. Een veelgebruikte methode voor heldere communicatie. Ik heb wat onderzoek gedaan naar de oorsprong van dit ezelsbruggetje. Wat blijkt nou, het is al duizenden jaren oud. In het latijn heet zo’n geheugensteuntje een ‘Mnemotechnische Hexameter’.

- Quis (wie): Wie is de spreker of de betrokken persoon?
- Quid (wat): Wat is het onderwerp of de actie?
- Ubi (waar): Waar speelt het zich af?
- Quibus auxiliis (met wat): Met welke middelen of instrumenten wordt het gedaan?
- Cur (waarom): Waarom wordt het gedaan?
- Quomodo (hoe): Hoe wordt het gedaan?
- Quando (wanneer): Wanneer vindt het plaats?
De oorsprong ligt in de klassieke oudheid (800 voor Christus – 500 na Christus) en dan voornamelijk bij Aristoteles. De 5W’s komen voor in zijn geschriften over retoriek, feiten en argumenten. ‘Mnemotechniek’ is de techniek van het onthouden. Een ezelsbruggetje is ook een techniek om iets te onthouden. Wat we moeten onthouden, is in dit geval in de vorm van een ‘hexameter’, een zesmaat. Een echte oudheid-kenner kan er vast veel meer over vertellen. Op DBNL en Wikipedia staat nog wat meer achtergrondinformatie.
We gebruiken dus dagelijks een levend stukje Griekse kennis. Doe er je voordeel mee! De Mnemotechnische hexameter, ik vergeet ‘m niet meer.